Helpt aspirine bij darmkanker?

Luister naar dit artikel

Patiënten met kanker aan het spijsverteringskanaal (voornamelijk patiënten met slokdarmkanker, maagkanker, dikkedarmkanker of endeldarmkanker) leven langer als ze, naast hun reguliere behandeling, dagelijks aspirine slikken. Dat blijkt uit een studie van het Leids Universitair Medisch Centrum die werd voorgesteld op het Europees Kanker Congres (ECCO) in Wenen. Eerdere studies hadden al aangetoond dat aspirine mogelijk een gunstig heeeft bij (bepaalde vormen van) darmkanker.
Bij het onderzoek waren bijna 14.000 patiënten met kanker in het spijsverteringskanaal betrokken. Ze werden gemiddeld ruim vier jaar opgevolgd. Na vijf jaar was 75 procent van de patiënten die aspirine gebruikten nog in leven, in tegenstelling tot 42 procent van de patiënten die geen aspirine hadden gebruikt. De kans dat de aspirinegebruikers vijf jaar na diagnose nog leefden was dus bijna dubbel zo groot als voor mensen die geen aspirine gebruikten.
Uitzaaien voorkomen
De onderzoekers denken dat aspirine een gunstig effect heeft doordat het de klontering van bloedplaatjes remt. Bloedplaatjes zijn betrokken bij de stolling en losse tumorcellen verschansen zich vaak in een klein stolsel om aan het afweersysteem te ontsnappen. Aspirine blokkeert dat. De tumorcellen blijven toegankelijk voor afweercellen waardoor het uitzaaien van kanker wordt voorkomen.
De onderzoekers willen nu nagaan bij welke tumoreigenschappen aspirine goed werkt, om de patiënten te kunnen identificeren die baat hebben bij het medicijn. Ook moet worden uitgezocht wat de beste dosis is en hoe lang het middel moet worden gebruikt.