13 redenen waarom je niet kunt poepen

1. Je drinkt te weinig

Te weinig vocht kan leiden tot een harde en droge ontlasting. Zorg dus dat je minimaal 1,5 tot 2 liter drinkt. Het liefst water. Probeer als je vaker last hebt van verstopping nog net iets meer te drinken. Ook als je extra vezels gebruikt is veel drinken nóg belangrijker.

2. Je eet onvoldoende vezels

Vezels werken in de darm als een soort spons. Ze nemen water op, waardoor je ontlasting zacht en soepel blijft. Vezelrijke producten zijn onder andere volkorenbrood, aardappelen, volkoren pasta, zilvervliesrijst, peulvruchten, groente en fruit. Eet vooral gevarieerd, want je lichaam heeft zowel oplosbare vezels (vooral in groente en fruit) als onoplosbare vezels (vooral volkoren- en graanproducten) nodig.

3. Je beweegt te weinig

Lichaamsbeweging stimuleert de beweging van de darm. Bewegen en sporten is daarom van belang voor een goede darmwerking. Kom dus iedere dag minstens een half uur intensief in beweging. Drie keer 10 minuten mag ook. Sportte je regelmatig, maar ben je daar mee gestopt? Dan is de kans helemaal groot dat het gebrek aan beweging de reden is van je verstopping.

4. Je bent gestrest

Spanning, drukte, afleiding, te weinig slaap. Je darmen reageren op stress. Zodra je stress ervaart, komt je lichaam in een staat van paraatheid. De spijsvertering gaat dan op een lager pitje. Voor een goede stoelgang moet je dus proberen stress te vermijden en regelmatig te ontspannen.

5. Je gebruikt bepaalde medicijnen

Er zijn allerlei geneesmiddelen die obstipatie als bijwerking hebben. Je kunt hierbij denken aan antidepressiva, ijzertabletten, morfine en morfine-achtige medicijnen, parkinsonmedicijnen, anti-epileptica en plaspillen. Overleg bij ernstige klachten met je arts of je naast deze medicatie iets voor de stoelgang mag gebruiken.

6. Je bent op vakantie

Op reis krijg je vaak te maken met veranderde omstandigheden. Je eet anders, leeft anders, de temperatuur is anders. Allemaal factoren die van invloed zijn op je stoelgang. Daarbij vinden sommige mensen het heel lastig om te poepen in een vreemde omgeving. Probeer toch echt de tijd te nemen om te kunnen ontlasten. En zorg dat je in ieder geval voldoende vezels en vocht binnenkrijgt.

7. Je gaat niet naar de wc als je aandrang voelt

Aandrang om te poepen is een waarschuwing van je lichaam: de endeldarm zit vol en de ontlasting is klaar om je lichaam te verlaten. Als je de aandrang negeert, voel je op den duur de aandrang minder goed. Daarbij blijft ontlasting dan langer dan noodzakelijk in je dikke darm. En in die dikke darm wordt vocht aan de ontlasting onttrokken, waardoor je last kunt krijgen van droge harde ontlasting en verstopping. Ga dus bij aandrang direct naar het toilet, zorg voor een goede toilethouding en neem de tijd.

8. Je bekkenbodemspieren werken niet mee

Een hoge spierspanning in de bekkenbodem zorgt ervoor dat je een minder goed gevoel hebt in de bekkenbodem en onderbuik. Je voelt aandrang dan minder goed. Een verkeerd gebruik van de bekkenbodemspieren kan ook verstopping geven. Deze spieren zorgen er namelijk voor dat je ontlasting (en urine) kunt ophouden, maar ook kwijt raken. Bij persen gebruik je ze ook. Bij gespannen bekkenbodemspieren of te weinig controle over deze spieren kan een bekkenbodemfysiotherapeut helpen.

9. Je hebt aanleg voor obstipatie

De darmwand van sommige mensen is overgevoelig voor prikkels en reageert met krampen, pijn, verstopping of diarree. Dit wordt wel Prikkelbare Darm Syndroom (PDS) of een spastische darm genoemd. Bij een chronische darmontsteking zoals de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa kan ook verstopping voorkomen. De meest gehoorde klacht bij deze aandoeningen is echter diarree.

10. Je bent zwanger

Zelfs vrouwen die nooit last hebben van hun stoelgang, kunnen tijdens dezwangerschap ineens te maken krijgen met obstipatie. De belangrijkste oorzaken hiervoor zijn hormonale veranderingen, minder lichaamsbeweging, druk van inwendige organen en een veranderde bloedsomloop. De aanwezigheid van de baby kan hierbij natuurlijk ook een rol spelen. Net als eventuele veranderingen in het eetpatroon.

11. Je hebt een allergie of intolerantie

Een voedselallergie of intolerantie uit zich vaak in buikklachten zoals een opgeblazen gevoel, winderigheid, obstipatie en diarree. Als de klachten zich altijd voordoen na het eten van bepaalde voedingsmiddelen, loont het de moeite om dit verder te onderzoeken.

12. Je hebt je eetpatroon veranderd

Vooral bij jonge kinderen kan verstopping ontstaan bij de overgang naar ander voedsel. De darmen moeten daar dan aan wennen. Een verandering in eetpatroon kan echter ook bij volwassenen voor obstipatie zorgen. Bijvoorbeeld bij een dieet.

13. Je ontbijt niet

Voor je darmen is het ontbijt de belangrijkste maaltijd. ’s Nachts staat de spijsvertering op een laag pitje; pas bij een vezelrijk ontbijt komt hij weer op gang.

En dan?

Vaak is er voor verstopping geen lichamelijke oorzaak te vinden. Een gezond voedingspatroon, voldoende beweging en de tijd nemen om naar het toilet te gaan, zijn meestal voldoende om de stoelgang te verbeteren. Wanneer de verstopping dan na vier tot zes weken nog niet over is, kun je het beste een arts raadplegen. Die kan eventueel een laxeermiddel voorschrijven of verdere onderzoeken uitvoeren. In een heel enkel geval ontstaat obstipatie door een traag werkende schildklier of een gezwel in de dikke darm.
Bron