Het paleodieet: Eten we verkeerd?

Luister naar dit artikel

Zouden we gezonder zijn als we weer gaan eten zoals onze voorouders in de oertijd? Eten we verkeerd en is ons lichaam eigenlijk niets veranderd sinds het stenen tijdperk? Steeds meer wetenschappers pleiten voor een ‘ouderwets’ dieet van vlees, groente, noten en zaden en vooral geen bewerkte granen.
National Geographic heeft een special gewijd aan de geschiedenis van onze eetcultuur en het dieet van onze voorouders in het stenen tijdperk. De special behandelt het paleodieet, door te kijken naar volken waarvan het eetpatroon in direct verband staat met de natuur.
In Nederland zijn we daarentegen juist meesters in het manipuleren van de natuur. In de Kop van Noord-Holland ligt ‘Seed Valley’, waar veredelaars zoeken naar de perfecte plant, waarvan de zaden kunnen worden verkocht voor honderdduizenden euro’s per conservenblik.
Het paleodieet is een veel gevolgd dieet. Onbewerkte voeding uit het seizoen en de eigen regio is goed voor je, gefabriceerd eten dat je grootouders niet zouden herkennen, is slecht voor je, zo schrijft grondlegger van het paleodieet Loren Cordain in zijn nieuwe boek Het paleodieet.
Het dieet bestaat uit veel groenten, zaden, bessen, vis en af en toe wat vlees. Gluten, geraffineerde suikers, E-nummers en alcohol waren de oermens volkomen vreemd. Het resultaat van het paleodieet? Je bent gezonder, slanker, fysiek sterker en hebt meer energie.
Wetenschappelijk genetisch onderzoek toont daarnaast aan dat in de steentijd, lang voordat calorieën geteld werden, overgewicht en chronische ziektes veel minder voorkwamen.
Voor de ontdekking van de landbouw 10.000 jaar geleden, kregen mensen hun voedsel door te jagen, te verzamelen of te vissen. Wetenschappers proberen met behulp van oude gebruiken te bedenken hoe we onze groeiende wereldbevolking ook in de toekomst kunnen blijven voeden zonder daarbij de planeet te overweldigen.

De Maleisische Bajau halen bijna al hun voedsel uit de zee. Sommigen van hen wonen in huizen op palen aan het strand, terwijl anderen in hun boot leven.

De Groenlandse Inuit leven in een gebied dat zelfs voor de meeste planten ongeschikt is. Ze overleven al generaties lang door vrijwel niets anders dan vlees te eten. Vandaag de dag brengen markten wat variëteit in het eetpatroon van de Inuit.

De Tanzaniaanse Hadza zijn de laatste fulltime jager-verzamelaars ter wereld. Ze leven van alles wat ze maar kunnen vinden: honing, planten of wild.

De Boliviaanse Tsimane halen hun voedsel grotendeels uit de rivier, het bos of de weiden en tuinen die ze zelf hebben aangelegd.

Bron: National Geographic