EU stelt economische belangen boven volksgezondheid. Dit is waarom onze kinderen hier een hoge prijs voor gaan betalen

Luister naar dit artikel

In de EU zijn zulke soepele criteria voor het vaststellen van hormoonverstorende stoffen goedgekeurd, dat ze vrijwel geen effect zullen hebben.

Het voorstel voor die criteria kwam van de Europese Commissie, na vele jaren uitstel en gelobby van de chemische sector.

Gerenommeerde onderzoekers en artsen hebben onlangs nog gewaarschuwd voor de aanpak die nu op tafel ligt.

Onhaalbare bewijslast

“De lidstaten wijken opzettelijk af van bestaande regelgeving en definities rondom schadelijke stoffen,” stelt Europarlementariër Bart Staes.

“Er wordt onduidelijkheid en een onhaalbare bewijslast gecreëerd omwille van gigantische economische belangen,” vervolgt hij.

Hij krijgt bijval van Petra De Sutter van de Universiteit Gent: “Geen enkele expert twijfelt nog aan de gezondheidsschade die hormoonverstoorders veroorzaken.”

Manipulatieve wijze

“Toch blijven de lidstaten in de EU de belangen van de agrochemische industrie verdedigen,” zegt ze. “Onze kinderen zullen hier een hoge prijs voor betalen.”

De Europese Commissie meldt op manipulatieve wijze in een persbericht dat voortaan de volksgezondheid beter beschermd zal worden, zegt Staes.

“Dat is op schandalige wijze lachen met de mensen,” klinkt het. “Dit resultaat na ruim zeven jaar tijdverlies én een veroordeling voor het Europees Hof van Justitie is een blamage voor de EU.”

Officieel erkend

Als voorbeeld noemt de Europarlementariër het chemische product bisfenol A, dat officieel erkend is als hormoonverstoorder.

Bisfenol A is verboden in allerlei consumentenproducten en sinds kort ook voor het gebruik in materialen die in contact komen met levensmiddelen.

Het gebruik ervan in plastic was al geregeld, maar nog niet in coatings, terwijl het daar meestal wordt toegepast, licht hij toe.

Minachting

Tot zijn schrik ziet Staes dat er zelfs een clausule is opgenomen die stelt dat pesticiden die speciaal ontworpen zijn om het hormoonstelsel van insecten te ontregelen gewoon op de markt kunnen blijven, ongeacht het effect dat ze op mens en dier hebben.

“Ik kan er niet bij hoe je zo’n overduidelijke handreiking naar de agrochemische sector en minachting voor de volksgezondheid in wetgeving durft op te nemen,” zegt hij nog.

[Bart Staes]