Door onderzoek voor en na de dioxinecrisis weten onderzoekers hoeveel dioxines we tijdens die periode hebben opgenomen. Welke invloed die dioxines hebben, haalt Van Larebeke uit onderzoek uit 2004 en 2011. Daarbij werd telkens dezelfde groep mensen onderzocht.
De evolutie was volgens Van Larebeke duidelijk. “We hebben vastgesteld dat de vrouwen die meer dioxines hadden in hun bloed, meer kanker hadden. Wat zowel de mannen en de vrouwen betreft die meer dioxines in hun bloed hadden, werd meer suikerziekte en hoge bloeddruk vastgesteld.”
De gemiddelde Vlaming zou volgens Van Larebeke dus 2,5 procent meer kans hebben op suikerziekte dan voor de dioxinecrisis en 0,9 procent meer kans op hoge bloeddruk. De gemiddelde Vlaamse vrouw heeft daarnaast 1,8 % meer kans op kanker dan voor de dioxinecrisis.
Oorzakelijk verband?
Zo heeft de dioxinecrisis volgens Van Larebeke in totaal al zeker 20.000 kankers bij vrouwen veroorzaakt, 22.000 gevallen van diabetes en 24.000 gevallen van hoge bloeddruk. Nochtans werd vroeger altijd, vooral dan door politici, beweerd dat de impact op de volksgezondheid “nihil” of “zo goed als nihil was”. “De crisis is niet goed aangepakt”, besluit Van Larebeke ten slotte.