Cannabis, het alternatief voor chemotherapie

Luister naar dit artikel

Monique Posthumus (52) kreeg in mei 2014 te horen dat ze uitgezaaide darmkanker had. Ze zou nog twee jaar te leven hebben. “Zonder chemotherapie zal het sneller gaan,” waarschuwde de oncoloog.

Hoewel de eerste chemokuur gelijk werd ingepland, ging ze ook op zoek naar informatie op internet. Ze stuitte op getuigenissen van mensen die vertelden beter te zijn geworden dankzij cannabis.

Posthumus verdiepte zich in de werking ervan, maar elke arts die ze erover sprak was sceptisch. Eén arts noemde het ‘allemaal kukeleku’. Over het nut van chemotherapie was ze echter niet overtuigd. Zeker toen ze tijdens de eerste kuur doodziek werd. Ze werd depressief en viel een kilo per dag af.

Duizenden jaren

Samen met professor Renger Witkamp van de Universiteit Wageningen ontdekte ze dat het oraal innemen van grote hoeveelheden pure wietolie, één gram per dag, werkt bij kanker. Hij merkt op dat cannabis al duizenden jaren wordt gebruikt als medicijn, maar voegt daar gelijk aan toe dat hij ook kritisch moet blijven. “Nuchter gezien lijkt cannabis het niet slechter te doen dan de chemotherapie,” zegt hij.Na de tweede chemokuur besloot ze te stoppen met de behandeling. Ze stortte zich vol op de cannabis. In november 2014 was het zo ver: er waren geen uitzaaiingen meer te zien. Oncologen hielden het op ‘toeval’, maar Posthumus stelt dat ze zonder cannabis nu niet meer geleefd zou hebben.

Niet zaligmakend

Thomas Dorlo, bestuurslid van de Vereniging tegen de Kwakzalverij, vindt dat alleen op cannabis vertrouwen, terwijl reguliere chemotherapie wordt vermeden, uiterst gevaarlijk kan zijn en moet worden afgeraden.

“Ik zou willen dat er meer onderzoek volgt,” besluit Posthumus. “Dat oncologen meer informatie geven. Chemotherapie is niet zaligmakend.”

Of we laten Monique zelf even aan het woord

[LC]